Het vermeende wij-gevoel

‘We doen het misschien allemaal wel eens een keer: bellen of appen achter het stuur.’ Presentator Annechien Steenhuizen trekt er een bloedserieus gezicht bij. Terwijl ik van de verbazing zit te bekomen, heb ik al een groot deel van de informatie gemist.

Het is bij het NOS Journaal heel normaal geworden de kijker in de wij-vorm aan te spreken. ‘We zijn met z’n allen steeds meer gaan internetshoppen’. ‘De Olympische 10-kilometer waar we zo naar uitgekeken hebben’. ‘Het vriest en Nederlanders krijgen weer massaal last van schaatskoorts’. Er wordt vaak verzaligd bij gekeken. We zijn onder elkaar.

Er is duidelijk sprake van een strategie: door de ‘wij-vorm’ te gebruiken betrek je automatisch iedereen bij het onderwerp, je slaat een persoonlijke toon staan. Verder creëer je een lekker groepsgevoel, want wie wil er nou niet bij horen? Het gaat altijd om onderwerpen waarvan ‘we’ verondersteld worden te houden: het koningshuis, het Nederlands elftal, op internet zitten, ‘shoppen’, schaatsen.

Bij mij bewerkstelligen ze het omgekeerde: ik krijg er acute jeuk van, en dat zal ongetwijfeld niet alleen voor mij gelden. Als ik naar het journaal kijk, wil ik afstand om mij puur op de informatie te kunnen richten, waar het bij het journaal om moet gaan.

Verder voel ik me zelden aangesproken: het zal me een rotzorg zijn of ‘we’ kunnen schaatsen, ik ben absoluut niet geïnteresseerd in Nederlandse sportsuccessen, en koop zelden of nooit iets op internet. Bellen of appen achter het stuur heb ik nog nooit gedaan. Ik heb niet eens whatsapp.

In het geval van het bellen of appen achter het sturen, is die wij-vorm zelfs kwalijk: er wordt gesuggereerd dat het eigenlijk om iets normaals gaat, terwijl het levensgevaarlijk is. Iedereen met een greintje verantwoordelijkheidsgevoel zal het uit zijn hoofd laten laten. Het wordt niet voor niets streng beboet.

‘We stelen steeds meer uit winkels, daarom is er gepleit voor meer cameratoezicht.’ ‘We willen allemaal wel eens iemand de hersens inslaan, maar vandaag is de straf op moord verhoogd.’ ‘Wie wil het nou niet: lekker aan een kind zitten. Vandaag is er een meldpunt ingericht voor seksueel misbruik van minderjarigen.’

Dus, geachte redactie van het NOS Journaal, zouden jullie voortaan louter de feiten willen brengen en – ook als het om zoiets onbenulligs als sportwedstrijden gaat – mij er voortaan buiten willen laten? Want wat mij wel of niet aangaat, bepaal ik liever zelf.