Helden in brons

Hoe verlicht de maatschappij ook raakt, steeds opnieuw voelen mensen de behoefte aan monumenten en standbeelden, die de openbare ruimte vullen en ons ongewild confronteren met slachtoffers van oorlogen en rampen of helden uit het verleden.

Een heleboel van die helden zijn inmiddels in de vergetelheid geraakt, omdat, ondanks die beelden, de tijd steeds verder wegraakt, bepaalde schrijvers en dichters niet meer worden gelezen. Die beelden zijn eigenlijk het best te pruimen, als iets esthetisch op zich, zij het door de duiven onder gescheten. Ze zijn het gezag dat ze moesten afdwingen allang kwijt. En dat is maar goed ook. Het waren ook maar mensen. Er zit bovendien menig staatsman of militair tussen die – in de koloniën bijvoorbeeld – vuile handen heeft gemaakt. Verworden tot straatmeubilair.

Alle reden dus om een streep te zetten onder dat eeuwige vereeuwigen in staal, marmer of brons. Maar dat gebeurt niet, zie de merkwaardige discussie die op dit moment in Dordrecht plaatsvindt. Daar wil de Prins Willem de Eerste Herinneringsstichting (die bestaat!) een standbeeld van Willem van Oranje laten zetten. In brons. Waarom? Niemand die meer geëerd is dan onze aartsvader. Bij al het historisch onbenul overbekend. Wilhelmus van Nassouwe, ben ik van Duitschen bloed.

‘Omdat Willem verschillende keren in de stad is geweest’. Het beeld komt op de plaats waartegenover hij in een herberg logeerde. Toch geen reden voor een bronzen eresaluut. Dordrecht was voor de stadhouder kennelijk toch niet zo heel bijzonder. Wel was in Dordrecht de eerste bijeenkomst van de rebellerende staten tegen de Spanjaard. Het belang van de Tachtigjarige Oorlog wordt momenteel middels een televisiedocumentaire opgefrist. Geschiedenis is trendy.

Ging de gemeente er daarom in mee? Of rook ze een kans om Dordrecht op de kaart te zetten? Ik heb zo’n vermoeden, want de urgentie is ver te zoeken en de argumentatie flinterdun. Volkomen terecht dus dat hiertegen protest wordt gevoerd onder de ludieke leuze ‘Ikwillemniet’. Het aardige van dit soort onzin is dat het ook de nodige spitsvondigheid oproept.

Toch zijn ook de tegenstanders bloedserieus: ze willen geen eerbetoon aan iemand van het huis dat honderd jaar later tegenover de Dordtse gebroeders De Witt stond, die door Oranjegezinden werden vermoord. De broers blijken zelfs sinds kort elk jaar herdacht te worden. Die lynchpartij was een gruwelijke daad, maar hoort thuis in de geschiedenisles, als voorbeeld van waar het gepeupel toe in staat is (nog steeds). Overigens hebben de broers, die in Dordrecht openbare functies vervulden, al wel een beeld.

Het is de zoveelste onzinnige wij-zij-discussie. Ik moest ook meteen denken aan Jacobse en Van Es die kransen legden bij negentiende-eeuwse standbeelden van ‘grote vrije jongens’. Deze onvergetelijke televisie zet die behoefte aan eigen helden in brons in het juiste perspectief.