Lafbekken en grote bekken

Een aantal gemeentes wil het aan ‘de straat’ overlaten of er een vuurwerkvrije zone komt. Dit experiment was namelijk vorig jaar in een aantal wijken in Den Haag, op een enkel rotje na, een groot succes.

Maar door het aan de burgers over te laten ontlopen deze gemeentes hun verantwoordelijkheid. Zelf hebben ze het over ‘de kracht’ van de burger, zoals de Haagse burgemeester. Een aantal jaren geleden werd immers de term ‘participatiemaatschappij’ uitgevonden, die drastische bezuinigingen op sociale voorzieningen moest verhullen. Sindsdien kijken we weer om naar nooddruftige familieleden, ontspoorde jongeren en ontredderde buren, hoewel inmiddels is gebleken dat dit niet werkt.

Daarbij heb ik me er altijd over verbaasd dat politici het over ‘de wijk’ en ‘de straat’ hebben, omdat die volgens mij niet bestaan of niet meer bestaan, zoals de Haagse Schilderswijk. Daarbij wordt ‘de wijk’ ook nog eens als synoniem van ‘het gewone volk’ gebruikt, terwijl de achtergronden van mensen enorm verschillen. Het is een frase van politici die ver afstaan van de realiteit.

Uit het voornemen het vuurwerk aan ‘de straat’ over te laten spreekt opnieuw de illusie van homogeniteit. Op gemeenteniveau zit men met de handen in het haar, maar in ‘de wijk’ worden ze het wel eens. Gelukkig maar, dat scheelt een hoop problemen. En lukt het niet, dan spreek je de burger maar weer eens aan op zijn verantwoordelijkheid. Het is net als de discussie over Zwarte Piet, waarbij zelfs de premier zich op de vlakte houdt, tenzij het over ‘hooligangedrag’ gaat, waar liberalen nou eenmaal niet van houden.

Ondertussen gaan politici voorbij aan de problemen die individuele inwoners hebben met vuurwerk. Gezien de vele reacties op het vuurwerkmeldpunt een groot aantal mensen. Maar natuurlijk nog altijd een minderheid. Vandaar dat politici hun handen (lees zetels) er niet aan willen branden; ze willen wel een ambtenaar sturen om een bordje ‘vuurwerkvrij’ neer te zetten. Vind maar eens een straat waar alleen maar tegenstanders (of voorstanders) van vuurwerk wonen. Dat wordt natuurlijk ruzie. Je kunt wel de politie bellen, maar zo er al een straatgevoel bestond, is dat daarna weg. De overheid is neutraal, je buurman is de boeman.

Precies om die reden is het belangrijk dat politici hun verantwoordelijkheid nemen. Dat hoort bij het vak. Burgers die hun pijltjes en rotjes óf hun rust belangrijk vinden, kunnen hun onmin uiten bij de volgende verkiezingen. Toch beter dan burenruzie. Als je het aan ‘de straat’ overlaat, dan winnen zoals gewoonlijk de grootste bekken.