Voor de eerlijke vinder

Nu is het mij toch overkomen! Ik had de Boekenweek met opzet overgeslagen, zodat het mij zeker, zeker niet zou gebeuren. Het boek dat ik op het oog had zou ik de week erna wel aanschaffen. Ik wilde niet de indruk wekken dat mijn begeerte uitging naar het Boekenweekgeschenk. Of naar het Boekenweekessay dat – moeilijke naam immers – niet meer zo mag heten. Daar is overigens wel een betere reden voor te verzinnen. Beide zijn zowel naar omvang als inhoud flinterdunne maakwerkjes. Al veel te veel had ik ervan ontvangen en van mijn boekenkast naar een verhuisdoos verbannen.
Ik weet waarover ik het heb.

Lees verder “Voor de eerlijke vinder”

Literatuur, maar niet Eus

Ik zeg het heel eerlijk: ik had eigenlijk helemaal geen zin in Generaal zonder leger, het boekenweekessay van Őzcan Akyol, oftewel ‘Eus’. Het interview met hem in Trouw zei mij eigenlijk al genoeg: dit was de zoveelste aanklacht tegen de elitaire literatuur van een verongelijkte schrijver. Maar ik was toch benieuwd naar zijn argumentatie. Ik kwam van een kouwe kermis thuis. Het essay is vooral één lange tirade.

Om te beginnen krijgt een Veenendaalse boekhandelaar ervan langs die zijn klanten graag op goede boeken wijst. Elitair. Daarna gaat Eus tekeer tegen de studie Nederlands, die hij zelf amper twee jaar volgde. Zijn bezwaar is overbekend: al dat geanalyseer doodt het leesplezier. De universiteit is… elitair. Om die reden mijden jongeren volgens Eus de studie Nederlands. Flauwekul natuurlijk, je verdient er gewoon je hoge studielening niet mee terug. Vervolgens moeten de recensenten het ontgelden. Ze zijn… elitair. Het zijn allemaal ‘eenkennige’, ‘benepen’ en ‘hautaine’ ‘literaire puriteinen’, die voorbijgaan aan waar het bij boeken eigenlijk om gaat: leesplezier. Zoals bij de boeken die Eus zelf schrijft.

Lees verder “Literatuur, maar niet Eus”