Mulisch’ werkkamer

Hij is even weg
de boeken staan keurig recht
de jad op zijn bureau wijst verre woorden aan

je mag hier wachten
rook gerust een pijp
maar kom verder nergens aan

de tijd is stilaan vernietigd
het horloge symbool van eeuwigheid
goden staren je aan

een tombe zonder lijk
de sleutel die erop past
hoort in het glas.