Eigen horeca

Meneer B. hield zijn leven lang al van de horeca. Vooral van de laatste lettergreep. Het café ademde een tijdloze romantiek en kon behalve met zintuiglijke versnaperingen verbonden worden met goede gesprekken en verstolen blikken op het schone geslacht. Het café stond voor vrijheid, voor mogelijkheden. Iedereen die hij bewonderde, schrijvers, kunstenaars trof hij op foto’s aan in cafés en op terrassen. Daar vergleed de tijd op de meest aangename manier en ontstond inspiratie. Daarom was hij al in zijn studententijd vaak in de kroeg te vinden. Hij maakte er vrienden, ontmoette er meisjes – hoewel meestal op afstand – en ontdekte nieuwe interessante bieren. In het buitenland bezocht hij steevast beroemde schrijverscafés: Les Deux Magots van Sartre, Pessoa’s A Brasileira, Café de la Paix van Simenon en natuurlijk Café de Zwart in de Spuistraat waar je levende schrijvers kon tegenkomen.  De laatste tijd was de liefde voor het café helaas bekoeld.

Lees verder “Eigen horeca”

Het ongevraagde lawaai van anderen

De krant berichtte onlangs over de toenemende herrie in de horeca. De muziek staat er vaak zo hard dat je elkaar nauwelijks nog kunt verstaan. Hoe later de avond hoe harder je moet schreeuwen. Harde muziek gaat blijkbaar gelijk op met gezelligheid.

Het is natuurlijk van de zotte dat je niet meer rustig kunt eten. Onze eetcultuur stelt blijkbaar zo weinig voor dat mensen meer komen voor de entourage. En daar willen ze ook nog flink voor betalen.

Lees verder “Het ongevraagde lawaai van anderen”