Het lijkt soms wel alsof het lezen van een boek zo min mogelijk tijd mag kosten. ‘Het boek leest als een trein’ is een aanbeveling geworden. Het lezen heeft zich gevoegd naar de tijdgeest waarin alles om snelheid en gemak draait. We hebben immers nog wel wat meer te doen. Het boek is een consumptieartikel in een tijd waarin het onderscheid tussen hoge en lage cultuur is vervaagd en we alles literatuur noemen. De echte literatuur verdwijnt uit zicht, wordt verouderd gevonden. Neerlandici schamen zich er niet voor een schrijver als Vestdijk onleesbaar te vinden.
Het lezen van literatuur is een inspanning, een trage bezigheid. Dat is nou juist het aangename ervan. Gelukkig blijven er altijd liefhebbers, dus ook onder de jongere generatie. Daar hoeft niemand zich zorgen over te maken. Een lezer is een bepaald type mens. Al moet deze in aanraking blijven komen met goede literatuur en het onderscheid leren tussen literatuur en lectuur. Klassieke literatuur moet dus beschikbaar blijven, heruitgegeven worden.
Pleitbezorger
Het is zeven jaar geleden dat Wim Brands overleed. Ik behoor tot de velen die graag naar zijn programma Boeken keken. Het was zijn programma. Na zijn dood werd Boeken veel minder: Jeroen van Kan was inhoudelijk goed, maar miste Brands bevlogenheid, Carolina Lo Galbo had niet het niveau.
Brands was ook dichter. Ik hoorde hem in 2014 tijdens de Nacht van de Poëzie. Hij blaakte van trots en zelfvertrouwen. Hij signeerde zijn bundel ’s Middags zwem ik in de Noordzee alsof het een bijzondere gunst was. Ik vond de gedichten aardig, maar niet geweldig. Even later presenteerde Brands de bundel in de plaatselijke boekhandel. ‘Is dit nou poëzie?’ vroeg een van de toehoorders. ‘Het is praatpoëzie’, haastte Brands zich te antwoorden.
Pleidooi voor de verhalen van Julio Cortázar
In de literaire wereld gaat het vaak over de waan van de dag: de bestsellers, de prijswinnaars, de nieuwkomers. Klassieke schrijvers raken op de achtergrond. Veel prachtige literatuur is niet meer verkrijgbaar of alleen tweedehands, soms tegen astronomische prijzen.
In de rubriek ‘Hoop op heruitgave’ op Literair Nederland wordt aandacht gevraagd voor ‘vergeten literatuur’. Echte literatuur is immers tijdloos. Bijvoorbeeld de fantastische verhalen van de Argentijnse schrijver Julio Cortázar (1914 – 1984). Ik schreef een pleidooi voor de heruitgave van zijn ‘Verzamelde verhalen’.
Boeken wegdoen, maar welke?
Voor boekkopende lezers komt in het leven altijd het kritieke moment dat de opvangcapaciteit voor nieuwe aanwinsten is uitgeput. De boekenkasten staan er als afgemat vee bij, zwaar door de rug gezakt. Geen last kan er meer bij. Er zijn in huis geen beschikbare muren meer voor nieuwe boekenkasten. Dan moeten er boeken weg. Maar op basis van welke criteria?
Naar boven
Het wegdoen had zich eerder al ingezet: minder waardevolle boeken gingen ‘naar boven’ om plaats te nemen in goedkope boekenkasten; de elitetroepen mochten beneden het duurzame eikenhout blijven koesteren. Voor zo lang het duurt en ook zij elders gestald worden. Eenmaal verbannen vertrekken de boeken op weer een later moment nog verder naar boven, naar zolder, naar verhuisdozen. Die stapelen zich op. Nu weet je wat omkomen in de boeken betekent.
Ook Couperus is nu non-binair
In een tijd waarin de hele culturele sector het woke gedachtegoed als leidraad lijkt te hebben, kon je er eigenlijk op wachten: ook Louis Couperus, die rond de vorige eeuwwisseling schreef, is voor dit modieuze karretje gespannen. Dit keer betreft het een tentoonstelling in het eigen Louis Couperus Museum in het kader van het Couperus-jaar.
‘Identiteit’
Couperus, een van onze grootste schrijvers, stierf dit jaar honderd jaar geleden. Je zou verwachten dat het dan op deze tentoonstelling vooral zou gaan over zijn literaire waarde. Helaas is de aandacht nu gericht op zijn seksuele identiteit. Dat wil zeggen zijn vermeende seksuele identiteit. Zonder blikken of blozen is hij als non-binair bestempeld, hoewel het museum er nog wel een vraagteken achter plaatst. Directeur Josephine van de Mortel is er in Trouw (27 januari 2023) echter stellig over: ‘een beetje man, een beetje vrouw’.
Koerkov is een literaire ontdekking
De naam Andrej Koerkov hoorde ik voor het eerst toen hij in Buitenhof geïnterviewd werd over de oorlog in Oekraïne. Een ouderwetse gewaarwording: een schrijver die zich uitsprak over de politieke situatie in zijn land. De schrijver als intellectueel. Alsof je weer in de jaren vijftig of zestig bent aanbeland. De oorlog is dan ook een uitzonderlijke situatie waarin je als diep verontruste burger, ook als schrijver, niet je mond kunt houden.
Picknick op het ijs
Prompt verscheen er een vertaling van Koerkovs Picknick op het ijs, bij Prometheus. Het voelde een beetje ongemakkelijk, alsof de uitgeverij een slaatje uit deze vreselijke situatie wilde slaan en lezers hun sensatiehonger wilden stillen. Het betrof overigens een roman uit 1996 die dus ver afstaat van de actuele gebeurtenissen. De vraag rees onmiddellijk hoe goed het boek werkelijk zou zijn. De beschrijvingen – absurd, satirisch, zwarte humor – wekten wel mijn interesse, maar ik besloot nog even te wachten.
De geur van het goede boek
Ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van het Utrechtse antiquariaat Hinderickx & Winderickx verscheen onlangs een derde Winkeldagboek. De eigenaars René Hesselink en Hans Engberts hebben met de twee eerdere delen veel lof geoogst bij een kleine schare boekenliefhebbers. De anekdotes waren vermakelijk en met geestige en vlotte pen opgeschreven. Dat geldt ook weer voor het derde deel, hoewel het gemopper op klanten inmiddels overbekend is. De onnozelheid en ‘knieperigheid’ van de klant zijn natuurlijk niet veranderd en nog steeds worden slechte of onverkoopbare boeken ter inkoop aangeboden, al is de hoeveelheid – doordat veel boeken niets meer waard zijn – groter dan ooit.
Door zonder de kompaan
Het derde winkeldagboek, dat de periode oktober 2007 tot september van dit jaar beslaat, is voor het grootste gedeelte door Hesselink geschreven, aangezien zijn ‘kompaan’ Hans in 2011 overleed, toevallig precies op de datum dat het antiquariaat, toen nog gevestigd in de Herenstraat, werd opgericht (29 november). Elk jaar wordt dit met veel melancholie gememoreerd. Sowieso passeren er veel overleden vrienden, vaste klanten en bovendien schrijvers, die je als lezer en antiquaar ook als vrienden ziet. Maar Hesselink gaat moedig voorwaarts, om met één van zijn favoriete auteurs te spreken, aan wie hij met zijn droog-komische stijl schatplichtig is. Een heel enkele keer neemt een medewerker de pen over, maar het zijn geen bevlogen winkeldagboekschrijvers, constateert Hesselink. Het lijkt voor hem een roeping.
De vrouw en de canon
Er was de laatste tijd veel ophef over de literaire canon omdat die voornamelijk uit mannen bestaat. Witte mannen en ook nog vaak dood. Een heleboel groepen voelden zich buitengesloten, de woede droop van de krantenpagina’s en de tijdlijnen van sociale media. Dat is meteen het vervelende van de discussies over inclusiviteit: de hoog opgelopen verontwaardiging, de beschuldigingen, het ‘wij’ tegen ‘zij’ (hoe ironisch). Alles wordt persoonlijk gemaakt.
De onevenredige samenstelling van de literaire canon is algemeen bekend (net zoals bijvoorbeeld ons slavernijverleden). Dat had iedereen tegenwoordig graag anders gezien, ook ontwikkelde, in cultuur en literatuur geïnteresseerde witte mannen, van wie niemand wil discrimineren. Zij willen er daarom niet op worden aangesproken (en op hun beurt gediscrimineerd worden, wat blijkbaar wél bon ton is).
Lees verder “De vrouw en de canon”Schrijven op een lege maag
De schrijver die het kunstenaarschap weleens als een kwelling ervaart moet Honger (1890) van Knut Hamsun maar eens lezen. Hamsun baseerde zijn beroemde roman op eigen ervaringen, toen hij zelf zonder veel middelen in Oslo (destijds nog Kristiania geheten) moest zien te overleven. Ik las het boek, dat onlangs in een nieuwe vertaling verscheen, ooit in mijn studententijd en kan mij de indruk die het maakte nog goed herinneren.
Herkenbaar voor beginnende schrijvers zijn de worstelingen van de ik-figuur om werk gepubliceerd te krijgen. Het betreft aanvankelijk korte stukken over willekeurige onderwerpen. De ik-figuur schrijft duidelijk om den brode, hoewel hij ook verrukt kan raken door zijn eigen schrijftalent. De vele afwijzingen storten hem echter in de vertwijfeling. En, wat veel erger is, in de honger, want op een lege maag kun je niet schrijven, hoewel de koortsachtige toestand af en toe ook tot inspiratie leidt. Slechts een enkele keer heeft hij geluk en komt hij in het bezit van een paar kronen, die echter binnen de kortst mogelijke keren op zijn.
Lees verder “Schrijven op een lege maag”Grootse roman over onmogelijke keuzes
Wolf Solent uit 1929 is de meest succesvolle roman van de Britse schrijver, dichter en filosoof John Cowper Powys. In 1984 verscheen er voor het laatst een Nederlandse vertaling van bij De Arbeiderspers. Zoals zo vaak bij de grote ontdekkingstocht die lezen is ontdekte ik zijn naam bij toeval. Omdat Hugo Claus ergens in een interview Cowper Powys als een inspiratiebron noemde, ging ik naar zijn romans op zoek, waarna ik Wolf Solent, een gebonden boek van 741 pagina’s, via internet voor het luttele bedrag van vijf euro bij een antiquair op de kop tikte.
Lees dit artikel verder op de site van Literair Nederland: https://www.literairnederland.nl/grootse-roman-over-onmogelijke-keuzes/