Er is flink voor gelobbyd: het toekennen van de P.C. Hooft-prijs aan Maarten ’t Hart. Elk jaar woedt er in deze periode een storm over. Waarom deed ’t Hart onder voor Astrid Roemer of Arnon Grunberg? Misschien heeft de toekenning wel te maken met de hoge leeftijd en ‘broze gezondheid’ van de auteur. Men moest snel zijn. Het was in ieder geval, ook volgens de auteur zelf, hoe dan ook ‘te laat’, al heeft Marga Minco de prijs nog later gekregen (een andere omissie).
Aan ‘t Harts literaire waarde wordt vaak getwijfeld: hij wordt geen groot stilist gevonden, zijn romans zijn onvoldoende gelaagd. Toch gaan zijn romans en verhalen over literaire thema’s zoals eenzaamheid, angst en verlangen, en staan ze vol motieven en symbolen. Iedereen die klassiekers als Een vlucht regenwulpen of De kroongetuige op zijn middelbareschoollijst had staan, kan daar over meepraten. Het lijkt wel alsof ’t Hart té goed kon vertellen. Het kunnen verzinnen van een sterk plot, waardoor hij met Het woeden der gehele wereld de Gouden Strop won, was verdacht.
Lees verder “Eindelijk de hoofdprijs”