Bekende ingrediënten, eigen soep

Waar haal je als schrijver je inspiratie vandaan? Hoe creëer je nog iets nieuws? Hoe verras je de ervaren lezer voor wie ingrediënten algauw bekend voorkomen? Dat waren vragen die bij me opkwamen bij het lezen van Niets dat hier hemelt, de laatste roman van Tomas Lieske.
Een geïsoleerd leefgebied, in dit geval een mistig veendorp. Indringers die deze veilige wereld verstoren. Een oud huis in een bos. De genadeloze wreedheid van kinderen. Het voorlijke meisje dat zowel ergert als prikkelt. Het nazisme (het verhaal speelt in de jaren dertig), de zogenaamde vooruitgang, rijk versus arm. Het komt er allemaal in voor. Het zijn onderwerpen die we al zo vaak in romans zijn tegengekomen. Ze leveren geheid sfeer en spanning op. Is dit gebrek aan originaliteit? Effectbejag?

Eigen schepping
Een centrale rol in de roman speelt een veenlijk dat door een paar kinderen wordt uitgegraven: een ruiter te paard die in hun actie en in de tijd zijn bevroren. De hand van de ruiter ‘stak naar voren in een late poging het paard te strelen, moed in te spreken, te leiden tot het uit het moeras kon stappen.’ Ik moest onmiddellijk denken aan de slotscène van Michel Tourniers De elzenkoning, als de hoofdpersoon en zijn paard omkomen in een moeras. Lieske moet dit boek kennen, denk ik dan.
Is dat erg? Nee, zolang de schrijver er maar een eigen schepping van maakt. Het gaat om het totaal, de soep zeg maar die hij van al die ingrediënten bereidt. Schrijvers putten uit dezelfde werkelijkheid, uit een bepaalde intellectuele traditie, maar ieder roert deze  op geheel eigen wijze om. Originaliteit is een rekbaar begrip. Pogingen met iets totaal nieuws te komen zijn tot mislukken gedoemd. Je zou algauw in een kramp schieten en geen pen meer aanraken.

Lees verder “Bekende ingrediënten, eigen soep”

Loodzware tradities

Onlangs verscheen een vertaling van Full of Life van de Amerikaanse schrijver John Fante, een roman uit 1952. Net als zijn andere boeken is Het volle leven sterk autobiografisch: de hoofdpersoon stamt af van Italiaanse immigranten, is scenarioschrijver en woonachtig in Los Angeles. De romans zijn variaties op dezelfde thema’s: armoede en maatschappelijk succes, het buitenstaanderschap van de immigrant, de generatiekloof, een autoritaire vader, het katholicisme. Fante treedt hier zelfs onder eigen naam op, terwijl hij eerder schuilging onder het pseudoniem Arturo Bandini. In het voorwoord lezen we dat zijn uitgever hierop stond: non-fictie verkoopt beter. Toch hebben we hier te maken met een roman, met fictie.

Ballon
De problemen waarmee de hoofdpersoon te kampen heeft zijn tweeledig. Allereerst de transformatie die zijn vrouw ondergaat als zij zwanger is. Niet alleen fysiek door ‘de ballon’ onder haar jurk, waardoor ze –  vinden ze beiden – haar aantrekkelijkheid als vrouw kwijt is, maar ook geestelijk, wat veel ingrijpender is. Zij gedraagt zich steeds afstandelijker en wordt een compleet andere vrouw. Dit culmineert in haar voornemen zich te bekeren tot het katholieke geloof. Tot Fantes schrik wil ze zelfs opnieuw trouwen voor de kerk. Hiervoor moet hij absolutie vragen. Maar waarom zou hij? Hij heeft helemaal nergens spijt van. Je voelt dat alles gierend misgaat.

Lees verder “Loodzware tradities”

Pleidooi voor de verhalen van Julio Cortázar

In de literaire wereld gaat het vaak over de waan van de dag: de bestsellers, de prijswinnaars, de nieuwkomers. Klassieke schrijvers raken op de achtergrond. Veel prachtige literatuur is niet meer verkrijgbaar of alleen tweedehands, soms tegen astronomische prijzen.
In de rubriek ‘Hoop op heruitgave’ op Literair Nederland wordt aandacht gevraagd voor ‘vergeten literatuur’. Echte literatuur is immers tijdloos. Bijvoorbeeld de fantastische verhalen van de Argentijnse schrijver Julio Cortázar (1914 – 1984). Ik schreef een pleidooi voor de heruitgave van zijn ‘Verzamelde verhalen’.

‘Kruso’ is een meesterwerk van de verbeelding

‘Dat dit de wildernis is en wij in deze wildernis zijn ondergedoken – dat zullen jullie daarginds nooit begrijpen,’ mompelde Ed. Hij had weer een mooi, klein houtblokje op het kampvuur van zijn innerlijke monoloog gelegd.’

Bij een roman over de DDR en de Wende stond mij een harde sociaal-realistische roman voor ogen vol grauwheid, uitzichtloosheid en verraad. Maar Kruso (2016) van Lutz Seiler voldoet – behalve helemaal aan het begin – niet aan dit beeld. Nadat zijn vriendin G. is verongelukt en zelfs zijn kat is verdwenen besluit de 24-jarige student Ed zijn lege bestaan te ontvluchten. Zijn bestemming is het eiland Hiddensee in de Oostzee.

Vrijdag en Crusoe
Vervolgens krijgt het boek een lyrisch, haast sprookjesachtig karakter met verwijzingen naar Robinson Crusoe en het bijbelse Noach-verhaal. Ed arriveert uiteindelijk bij restaurant Zum Klausner (gebouwd op de restanten van een oude kluizenaarswoning), dat er – hoog op een klif gelegen –  uitziet als een gestrande boot. Daar ontmoet hij Kruso – een afkorting van Krusovitsj, een Rus. Hij is een ongrijpbare figuur en wordt de beschermheer van het eiland genoemd. Kruso wordt Eds rolmodel en speelt een cruciale rol in diens ontwikkeling. Gaandeweg wordt Ed op zijn beurt belangrijk voor Kruso. Ze zijn als Vrijdag en Crusoe. Ondanks de vele verschillen blijken ze belangrijke dingen gemeen te hebben. Ze houden allebei van poëzie (vooral van Trakl) en Kruso’s zus Sonja lijkt sprekend op Eds grote liefde G.

Lees verder “‘Kruso’ is een meesterwerk van de verbeelding”

Langs de politiek-correcte meetlat

Over de biografie van Hella Haasse

Hella Haasse was stellig over schrijversbiografieën: die vond ze onnodig. Ze zei een keer: ‘Je kunt de waarheid niet achterhalen. Je kunt niet het echte leven van iemand kennen. Het is misschien ook helemaal niet de bedoeling. Zeker niet bij iemand die van het leven zelf een afdruk heeft gemaakt in zijn werk.’ Van haar laatste interview, dat ze gaf aan De Groene, staat mij nog goed bij hoe triomfantelijk ze was over haar shredder. Maar hoe resoluut schrijvers ook kunnen zijn (zie bijvoorbeeld Hermans, die er evenmin iets van moest hebben): die biografie komt er uiteindelijk toch.

De meerwaarde van een schrijversbiografie is dat deze een helder overzicht geeft van de verbanden tussen leven en werk van de schrijver, waarbij het accent ligt op het werk. Interessante feiten uit het privéleven werpen een nieuw licht op het oeuvre. Hierbij is het belangrijk dat de biograaf recht doet aan de schrijver door zich zoveel mogelijk in hem of haar in te leven. Ook onthoudt hij zich van oordelen. Helaas is dat in de biografie die Aleid Truijens schreef van Hella Haasse, Leven in de verbeelding, niet het geval.

Lees verder “Langs de politiek-correcte meetlat”

Boekenzerk

De boekenkast is uit de huiskamers verdwenen. Hebben boeken hun status verloren, vroeg mijn krant zich onlangs af. Zijn ze verworden tot hinderlijke stofnesten? Komt dat door de digitalisering? Of zijn boeken tegenwoordig modeproducten? Zijn boekenkasten grafzerken geworden?

Twee jaar geleden ging een lang gekoesterde wens in vervulling: ik verving het samengeperste hout van IKEA, dat nochtans jarenlang trouwe dienst had bewezen, door een onverwoestbare, handgemaakte eikenhouten boekenkast. Deed ik dat vanwege de status?

Lees verder “Boekenzerk”

Verbeelde macht

De macht van de natuur doet zich in onze contreien zelden voelen: een enkel najaarsstormpje dat steevast wordt overdreven en van angstaanjagende codes voorzien, een paar kades die eens in de zoveel tijd door gestegen rivierpeil onderlopen. En natuurlijk de aardbevingen in Groningen, maar die zijn in verband te brengen met machtig menselijk handelen.

Bloedeloze parken gaan door voor natuur. De meeste bossen zijn aangelegd. De zee en de polders zijn onder controle door dijken en sluizen, waar we ongelooflijk trots op zijn: Nederlanders als de bedwingers van de elementen. Natuur zien we voornamelijk als mogelijkheid tot recreatie, wat we in deze coronatijd bovenmatig hebben gezien. Van enig ontzag is daarbij geen sprake: zij wordt schaamteloos gebruikt en vervuild. De consumentenmentaliteit wordt tot het uiterste doorgedreven. Machtig is de natuur wel in de Provence waar de korte roman Heuvel (Colline) van Jean Giono speelt, een boek uit 1929.

Lees verder “Verbeelde macht”