Een schitterend beschreven helletocht

De Amerikaanse schrijver Frederic Prokosch (1908 – 1989) kwam ik op het spoor dankzij een ‘zomertip’ op Literair Nederland van mede-recensent Eric de Rooij. Zelf had hij De Aziaten (1935) uit een minibieb geplukt. Schrijvers ontdek je vaak toevallig. Prokosch was een groot schrijver, zeg ik na lezing van maar één boek. Ik las overigens niet De Aziaten, Prokosch’ debuutroman, maar Storm en echo uit 1948.

Het verhaal is dat van een avonturenboek, een jongensboek (als ik dat nog mag zeggen, maar de protagonisten zijn bijna allemaal mannen). Hoofdpersoon Samuel, die het verhaal in de ik-persoon vertelt, sluit zich aan bij een expeditie van drie westerlingen naar de berg de Nagala in hartje Afrika. Hij hoopt daar Leonard Speght te vinden, een geheimzinnige figuur die spoorloos is verdwenen. Vanaf het begin is duidelijk dat dit gekkenwerk is: ‘Ze zullen u de keel afsnijden. Ze zullen u aan stukken scheuren,’ wordt hem gewaarschuwd.

De expeditie bestaat verder uit Afrikanen, net als de drie blanken stuk voor stuk persoonlijkheden die met al hun bijzonderheden worden beschreven. De gids is Oudangé: ‘Alles was scheef en buiten verhouding: zijn hoofd was te langwerpig, zijn armen waren te lang, zijn benen waren wat kort en zijn voeten te groot. Zijn tanden waren lukraak in zijn mond gesmeten en zijn neus was zo plat als die van een gorilla.’ De woke lezer ontsteekt hier waarschijnlijk in woede, maar Samuel ziet wel degelijk Oudangés menselijke kant. Hij vervolgt: ‘Maar hij had een prachtige stem, moedig, fijngevoelig en teder. Ik ging van Oudangé houden: hij had een volmaakt zuiver hart.’ Samuel ziet hem als een gelijke. Dit blijkt niet wederzijds: voor Oudangé blijft Samuel een van de blanke bazen.

De expeditie wordt ontvangen door diverse stammen, die werelden op zich vormen, de ene nog wonderbaarlijker dan de andere: zoals een stam waar iedereen van de koning afstamt en de mannen daarom onvruchtbaar worden gemaakt, of een dorp waar een pas getrouwde bruid ten overstaan van de hele gemeente ritueel wordt ontmaagd. Prokosch registreert ze als een soort literair antropoloog. Het boek kent de meest onwaarschijnlijke anekdotes, die je als filmscènes voor je ziet. De stammen vormen voor de expeditie meestal geen gevaar. Ze smeken vaak om aandacht, om geschenken en vooral om medicijnen om de verschrikkelijke kwalen waaraan zij lijden te verhelpen.

De belangrijkste rol speelt de natuur, die door Prokosch in al haar schoonheid en verschrikking wordt opgeroepen. Alle hoofdstukken dragen dieren als titels. Een belangrijk deel van Prokosch’ grootheid schuilt in de zintuiglijke stijl waarmee hij de jungle tot leven wekt. Dat doet hij met een ongelooflijk oog voor detail. Zo beschrijft hij regels lang hoe een vogel op een sprinkhaan loert alvorens hem te verschalken. De schrijver leeft zich in het slachtoffer in: ‘Nu richtte de sprinkhaan zich op en verstarde in zijn wanhoop; in gebedshouding staarde hij de vogel aan; hij spreidde zijn voorpoten en maakte een verschrompelde buiging. Toen wachtte hij af, betoverd.’ Zo vergaat het alle schepsels in het oerwoud. De natuur is wreed. Tegelijk gaat er een diepe waarheid onder schuil.  

De tocht blijkt natuurlijk een metafoor voor het leven en ook daardoor ontstijgt het boek het niveau van een avonturenverhaal. Het staat boordevol bespiegelende passages, die van een groot filosofisch inzicht getuigen. In een totaal andere tijd en ruimte kan de lezer zich moeiteloos in Samuel verplaatsen en zich met hem afvragen wat de zin is van het bestaan.

Met zijn sensitieve stijl, natuurlyriek en aandacht voor de donkere kant van de mens is Prokosch een echte romanticus. Hij heeft ook aandacht voor de zwarte stem en laat de wreedheid van de kolonialen zien, hoewel het hem hierom niet te doen is. Centraal staat de worsteling van Samuel met zichzelf. Afrika speelt hierin de rol van katalysator.

Naarmate de tocht vordert, groeien het leed en de waanzin. Werkelijkheid en droom lopen in elkaar over. Over afloop en finale inzichten zeg ik niets. Lees dit prachtboek. Naast Storm en echo zijn er helaas maar drie van Prokosch’ achttien romans vertaald. De verkoopcijfers zullen waarschijnlijk te laag zijn geweest. Op Boekwinkeltjes.nl zijn alledrie de titels ruim verkrijgbaar.