De Stem des Volks

Op zich juich ik toe dat een Kamervoorzitter een zitting inleidt met een gedicht. Bij Martin Bosma voelde dit ongemakkelijk. Zijn PVV wil flink bezuinigen op kunst en cultuur. Ook staat de partij bekend om haar hardheid en onverdraagzaamheid, eigenschappen die haaks staan op wat poëzie doorgaans wil uitdragen. Het leek daarom meer op pesterij, op het pakken van de elite, wat deze rancuneuze volkspartij graag doet. Poëzie kan immers beschouwd worden als een elitaire aangelegenheid: je hebt er scholing en ontwikkeling voor nodig en enige intelligentie. Overigens kun je met wil en volharding veel bereiken. Als pesterij Bosma’s opzet was is hij erin geslaagd.

Boegbeeld van de linkse elite, cabaretier Freek de Jonge, startte in dagblad Trouw een schrijfactie, De Stem des Volks, om de Kamervoorzitter aan democratische waarden en het wezen van poëzie te herinneren. Er kwam veel respons: de Kamervoorzitter krijgt uiteindelijk zo’n negenhonderd gedichten om zijn oren. Of hij er wat van opsteekt? Ik hoop het, maar PVV’ers hebben harde koppen. Hoe dan ook is het goed een tegenstem te laten horen, zeker in deze sombere politieke tijden waarin de onderbuik regeert. Hieronder mijn twee bijdragen.

Lees verder “De Stem des Volks”

De heldere pen van Nijhoff

Het zal niemand verbazen dat biograaf Bart Slijper, net als eerder bij Willem Kloos en J.C. Bloem, met zijn biografie van Martinus Nijhoff  ‘een beeld van zijn persoonlijkheid’ wilde geven en geen verklaring van het werk. Dat laatste is ook al uitvoerig gedaan, schrijft Slijper in zijn nawoord, en er bestaat zoveel materiaal, brieven, manuscripten en persoonlijke documenten, dat ‘zelfs een boek van duizend bladzijden’ niet zou volstaan. Dat beknopte komt de leesbaarheid ten goede. Opnieuw leest Slijpers biografie als een roman en is hij erin geslaagd bij zijn onderwerp ‘in de buurt te komen’.
Natuurlijk weet je niet wat de biograaf allemaal weglaat – ik wist bijna niets van Nijhoffs leven – maar Slijper vertelt een coherent verhaal, waardoor je niet het gevoel hebt iets te missen. Zijn aanpak is weldadig: hij oordeelt en verklaart niet, maar laat de feiten spreken en speculeert zonder hier al te stellig in te zijn. Hij heeft zich zo goed in de persoon verdiept dat zijn hypotheses zeer geloofwaardig overkomen en je nergens het gevoel krijgt dat hij de dichter tekort doet.

Lees verder “De heldere pen van Nijhoff”

Bloems doem

‘Laat die vlam altijd mijn hart verteren,/Door wier brand ik droefste dagen dùld;/Laat mij hijgen in een fel begeren/Zó verlangend en zó onvervuld.’ J.C. Bloem

Als je aan klassieke Nederlandse poëzie denkt, denk je algauw aan J.C. Bloem en dan vooral aan titels als ‘De Dapperstraat’ of ‘November’. Elke november komt het laatste gedicht op sociale media langs. Alle andere gedichten van Bloem waren ook geschikt geweest, want Bloem is een echte herfstdichter. Als jonge student Nederlands werd ik door mijn hoogleraar Redbad Fokkema – tevens poëziecriticus en dichter – voor zijn somberheid gewaarschuwd: Bloem, daar moest je mee oppassen, dat was zware kost. Zelf hield hij er zichtbaar van.
Ik vond Bloems gedichten meteen prachtig: muzikaal en verstaanbaar, en allemaal gingen ze over waar het volgens mij bij poëzie om moet gaan: de verklanking van levensraadsels, het oproepen van een magische werkelijkheid waarachter diepe waarheden schuilgaan. Dat gold ook voor het werk van tijdgenoten als Nijhoff, Slauerhoff en Marsman. Bloems voorbeelden waren de iets oudere Leopold en Verwey.

Lees verder “Bloems doem”

Pleitbezorger

Het is zeven jaar geleden dat Wim Brands overleed. Ik behoor tot de velen die graag naar zijn programma Boeken keken. Het was zijn programma. Na zijn dood werd Boeken veel minder: Jeroen van Kan was inhoudelijk goed, maar miste Brands bevlogenheid, Carolina Lo Galbo had niet het niveau.
Brands was ook dichter. Ik hoorde hem in 2014 tijdens de Nacht van de Poëzie. Hij blaakte van trots en zelfvertrouwen. Hij signeerde zijn bundel ’s Middags zwem ik in de Noordzee alsof het een bijzondere gunst was. Ik vond de gedichten aardig, maar niet geweldig. Even later presenteerde Brands de bundel in de plaatselijke boekhandel. ‘Is dit nou poëzie?’ vroeg een van de toehoorders. ‘Het is praatpoëzie’, haastte Brands zich te antwoorden.

Lees verder “Pleitbezorger”

Hemelraam

Doorzichtig blauw, verblindend
zo was de lucht vandaag

alle huizen waren verlaten
en verlatener nog de straten

een meeuw blonk op als een ziel
onder een kerosinebaan

de wereld stak wolkenflarden
als veren in haar haar

en boven het gapende gat tussen daken
zweefde het schedeldak van de maan

alles was leeg en ziedde
in dit kleine hemelraam.