De bezielde wereld van Wolf Solent

Wolf Solent, de hoofpersoon uit de gelijknamige roman van de Britse schrijver John Cowper Powys uit 1929, is een ogenschijnlijk saaie figuur: een 35-jarige Londense docent geschiedenis die met zijn moeder samenwoont. Binnenin hem blijkt echter van alles te woeden. Hij is met andere woorden de ideale romanfiguur. In het 741 pagina’s tellende boek wordt zijn karakter grondig uitgediept.

Persoonlijke mythologie
Aan Solents docentschap en kalme bestaan komt een eind door een uitbarsting op school, waarin hij uitvaart tegen elk aspect van de moderne samenleving: ‘plotseling stortte er in zijn eigen geest een of ander mentaal scherm of deksel of hekwerk totaal in elkaar’. Zijn mentale gezondheid hangt sterk samen met wat hij zijn mythologie noemt: een bezielde manier van kijken naar de werkelijkheid om deze naar een hoger plan te tillen. Deze levensillusie speelt een essentiële rol in het verhaal. Een belangrijk aspect ervan is het streven naar het goede en de strijd tegen het kwade.

Lees verder “De bezielde wereld van Wolf Solent”

‘Kruso’ is een meesterwerk van de verbeelding

‘Dat dit de wildernis is en wij in deze wildernis zijn ondergedoken – dat zullen jullie daarginds nooit begrijpen,’ mompelde Ed. Hij had weer een mooi, klein houtblokje op het kampvuur van zijn innerlijke monoloog gelegd.’

Bij een roman over de DDR en de Wende stond mij een harde sociaal-realistische roman voor ogen vol grauwheid, uitzichtloosheid en verraad. Maar Kruso (2016) van Lutz Seiler voldoet – behalve helemaal aan het begin – niet aan dit beeld. Nadat zijn vriendin G. is verongelukt en zelfs zijn kat is verdwenen besluit de 24-jarige student Ed zijn lege bestaan te ontvluchten. Zijn bestemming is het eiland Hiddensee in de Oostzee.

Vrijdag en Crusoe
Vervolgens krijgt het boek een lyrisch, haast sprookjesachtig karakter met verwijzingen naar Robinson Crusoe en het bijbelse Noach-verhaal. Ed arriveert uiteindelijk bij restaurant Zum Klausner (gebouwd op de restanten van een oude kluizenaarswoning), dat er – hoog op een klif gelegen –  uitziet als een gestrande boot. Daar ontmoet hij Kruso – een afkorting van Krusovitsj, een Rus. Hij is een ongrijpbare figuur en wordt de beschermheer van het eiland genoemd. Kruso wordt Eds rolmodel en speelt een cruciale rol in diens ontwikkeling. Gaandeweg wordt Ed op zijn beurt belangrijk voor Kruso. Ze zijn als Vrijdag en Crusoe. Ondanks de vele verschillen blijken ze belangrijke dingen gemeen te hebben. Ze houden allebei van poëzie (vooral van Trakl) en Kruso’s zus Sonja lijkt sprekend op Eds grote liefde G.

Lees verder “‘Kruso’ is een meesterwerk van de verbeelding”

Langs de politiek-correcte meetlat

Over de biografie van Hella Haasse

Hella Haasse was stellig over schrijversbiografieën: die vond ze onnodig. Ze zei een keer: ‘Je kunt de waarheid niet achterhalen. Je kunt niet het echte leven van iemand kennen. Het is misschien ook helemaal niet de bedoeling. Zeker niet bij iemand die van het leven zelf een afdruk heeft gemaakt in zijn werk.’ Van haar laatste interview, dat ze gaf aan De Groene, staat mij nog goed bij hoe triomfantelijk ze was over haar shredder. Maar hoe resoluut schrijvers ook kunnen zijn (zie bijvoorbeeld Hermans, die er evenmin iets van moest hebben): die biografie komt er uiteindelijk toch.

De meerwaarde van een schrijversbiografie is dat deze een helder overzicht geeft van de verbanden tussen leven en werk van de schrijver, waarbij het accent ligt op het werk. Interessante feiten uit het privéleven werpen een nieuw licht op het oeuvre. Hierbij is het belangrijk dat de biograaf recht doet aan de schrijver door zich zoveel mogelijk in hem of haar in te leven. Ook onthoudt hij zich van oordelen. Helaas is dat in de biografie die Aleid Truijens schreef van Hella Haasse, Leven in de verbeelding, niet het geval.

Lees verder “Langs de politiek-correcte meetlat”

Nescio’s ingetogen levenslust

Over de biografie door Lieneke Frerichs

Er is, behalve Multatuli, geen Nederlandse schrijver die zo klassiek is als Nescio (J.H.F. Grönloh). De drie novellen die hem beroemd maakten: De Uitvreter, Titaantjes en Dichtertje, bekoorden mij als tiener onmiddellijk door de melancholie die erover hing en de onmaatschappelijkheid van de personages. En die bekoring is er nog steeds.

We weten dat het lang duurde voordat Nescio deze literaire status verwierf. Als je de biografie van Lieneke Frerichs over hem leest, lijken deze novellen haast iets marginaals in zijn leven. Na zijn mislukte poging om met vrienden een kolonie te stichten naar voorbeeld van Frederik van Eedens Walden, was Grönloh vooral medewerker van de Holland-Bombay Trading Company, waar hij zes lange dagen per week werkte, carrière maakte en uiteindelijk directeur werd. Het is bijna een vreemde gewaarwording om dit te lezen. Hij verdiende op een bepaald moment een dijk van een inkomen en kwam daardoor de crisisjaren goed door.

Lees verder “Nescio’s ingetogen levenslust”

Oudejaarsoverweging

De ochtend wees op geen enkel onheil. De lucht was niet betrokken, ook al was er regen voorspeld. Als een kleine poel van licht scheen een bleke winterzon, hoewel je die bij een temperatuur van dertien graden misschien niet zo moet noemen. De ganzen wisten in ieder geval niet wat ze overkwam en vlogen euforisch snaterend boven de verlaten weilanden. De wegen waren stil, op een enkele wielrenner of jogger na.

Na een uur de zachte lucht en goddelijke verlatenheid ingeademd te hebben zag ik hoe aan de horizon de regen zich aankondigde in een steeds breder wordende baan, inkt- en inktzwart. Het dorp lag er nog vredig bij. Ik dacht aan de zonneparken die de gemeenteraad aan haar randen heeft bedacht, om in de almaar groeiende energiebehoefte van de moderne mens te voorzien. Het hele vorige jaar heb ik me er via inspraakavonden en diverse media tegen verzet. Toch zullen ze er komen. Ik zette deze gedachte snel van me af en genoot van de laatste zonnestralen die de velden in een helder en maagdelijk licht zetten.

Ik mijmerde over wat meer symbolisch zou worden voor het nieuwe jaar: dat licht of de naderende loodgrijze wolkenlucht.

Lees verder “Oudejaarsoverweging”

Boekenzerk

De boekenkast is uit de huiskamers verdwenen. Hebben boeken hun status verloren, vroeg mijn krant zich onlangs af. Zijn ze verworden tot hinderlijke stofnesten? Komt dat door de digitalisering? Of zijn boeken tegenwoordig modeproducten? Zijn boekenkasten grafzerken geworden?

Twee jaar geleden ging een lang gekoesterde wens in vervulling: ik verving het samengeperste hout van IKEA, dat nochtans jarenlang trouwe dienst had bewezen, door een onverwoestbare, handgemaakte eikenhouten boekenkast. Deed ik dat vanwege de status?

Lees verder “Boekenzerk”

De penseelstreken van Émile Zola

Schrijven is schilderen met taal. Een ongelooflijk cliché, en daarmee meteen waar. Je ziet het alleen niet vaak meer. Veel hedendaagse auteurs schrijven rechttoe rechtaan alsof ze  ‘de leeservaring’ niet met onnodige details in de weg willen zitten (of worden ze hierop door uitgevers geselecteerd?) en legio dichters wrochten abstracte taalbouwsels die net zo opwindend zijn als dor hout.

Ik moet aan dit cliché denken nu ik de naturalistische schrijver Émile Zola lees en de boeken als negentiende-eeuwse schilderijen onderga. Met Zola zet je een stap terug in de tijd, hoewel hij een bijzonder actueel schrijver was, die grote sociale thema’s behandelde.

Lees verder “De penseelstreken van Émile Zola”

Een literaire prijs als emancipatiemiddel

Er klonk veel verrassing over de keuze van de Tanzaniaan Abdulrazek Gurnah als winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur. Zelf was ik totaal niet verbaasd, hoewel ik nog nooit van Gurnah had gehoord. Dat kwam door de motivatie van de Zweedse Academie die Gurnah roemde om zijn “compromisloze en meelevende beschrijving van de gevolgen van kolonialisme en het lot van vluchtelingen in de kloof tussen culturen en continenten”. Deze schrijver paste met andere woorden helemaal in de trend van Black Lives Matter.

Volgens velen was Gurnah een terechte winnaar, hoewel ook zij waarschijnlijk niets van hem hadden gelezen. Van de in het Engels schrijvende auteur is namelijk nog maar één boek, Paradise uit 1994, in Nederlandse vertaling verschenen. Hun reactie was politiek correct. Nog maar weinig zwarte schrijvers hebben de Nobelprijs voor Literatuur gekregen en dat zou een racistische achtergrond hebben of geweten kunnen worden aan een ‘eurocentrische’ blik. Maar hoe goed is Gurnah eigenlijk?

Lees verder “Een literaire prijs als emancipatiemiddel”

Een schitterend beschreven helletocht

De Amerikaanse schrijver Frederic Prokosch (1908 – 1989) kwam ik op het spoor dankzij een ‘zomertip’ op Literair Nederland van mede-recensent Eric de Rooij. Zelf had hij De Aziaten (1935) uit een minibieb geplukt. Schrijvers ontdek je vaak toevallig. Prokosch was een groot schrijver, zeg ik na lezing van maar één boek. Ik las overigens niet De Aziaten, Prokosch’ debuutroman, maar Storm en echo uit 1948.

Het verhaal is dat van een avonturenboek, een jongensboek (als ik dat nog mag zeggen, maar de protagonisten zijn bijna allemaal mannen). Hoofdpersoon Samuel, die het verhaal in de ik-persoon vertelt, sluit zich aan bij een expeditie van drie westerlingen naar de berg de Nagala in hartje Afrika. Hij hoopt daar Leonard Speght te vinden, een geheimzinnige figuur die spoorloos is verdwenen. Vanaf het begin is duidelijk dat dit gekkenwerk is: ‘Ze zullen u de keel afsnijden. Ze zullen u aan stukken scheuren,’ wordt hem gewaarschuwd.

Lees verder “Een schitterend beschreven helletocht”

Van knekelhuis tot kermistent

Een knekelhuis. Zo noemt schrijver Abdelkader Benali de studie Nederlands in zijn column in Trouw van vandaag. Je zou tegenwoordig wel gek zijn om Nederlands te gaan studeren met al die oude meuk die je dan moet lezen. De studie is volgens Benali dood. Hij legt in een adem door een verband met het eindexamen op de middelbare school, waar ook al niets van deugt: ’Wie na het eindexamen Nederlands nog goesting heeft in de studie Nederlands is voor mij een martelaar.’ De populaire toon is gezet.

Tegelijk stelt hij dat het Nederlands desondanks leeft, wat een opmerkelijke uitspraak is gezien de ontlezing, het Poldernederlands, de verengelsing en het feit dat bijna geen Nederlander meer een fatsoenlijke volzin kan produceren tot en met presentatoren en journalisten van televisieprogramma’s aan toe. Nederlanders geven geen moer om het Nederlands. Maar dit terzijde.

Lees verder “Van knekelhuis tot kermistent”